vrijdag 20 mei 2011

Van den Ende pleit voor nationaal cultuurfonds

Ik heb veel respect voor de ondernemer, cultuurliefhebber en filantroop Joop van den Ende. Zijn verlicht liberale woorden en daden spreken tot de verbeelding en lijken altijd vervuld van goede intenties. Zijn spreekbeurt in het kader van de jaarlijkse Mandevillelezing aan de Erasmus Universiteit Rotterdam zal voor haar toehoorders dan ook op zeker een inspirerende ervaring zijn geweest.

Toch zit me iets dwars met Van de Endes oproep aan het VVD-CDA kabinet een cultuurfonds op te richten à 100 miljoen euro voor de financiering van internationaal toonaangevende tentoonstellingen. In het kader van de bezuinigen op cultuur lijkt dat nogal een dwaas plan. Maar Van de Ende rekent voor dat de projecten voortvloeiende uit het fonds 3,4 miljoen extra cultuur toeristen zullen opleveren die elk 388 euro zullen spenderen.

Wanneer een succesvol zakenman als Van de Ende zoiets voorrekent dan rijst bij mij meteen de vraag: als een investeringsproject van 100 miljoen euro groot 131,92 miljoen euro zal opleveren, waarom stapt de man er dan niet zelf in? Voor het geld hoeft hij het inderdaad niet te doen, maar toch... dat is ook niet de drijfveer van de meeste succesvolle ondernemers. Het resultaat is vaak slechts een indirect neveneffect van het doen voor deze lieden.

Dit gezegd hebbende zie ik twee mogelijkheden: (1) Van de Ende is zo begaan met de Nederlandse cultuur sector en de rol van het VVD-kabinet hierin (het is zo ver ik weet geen geheim dat de man sympathie voor deze politieke club heeft) of (2) Het voorgerekende bierviltcalculatie is toch niet zo realistisch als Van de Ende doet voorkomen. Omdat ik mijnheer Van de Ende hoog heb zitten ga ik voorlopig voor optie 1.

In de Mandevillelezing riep Van de Ende ook andere vermogende mensen op te investeren in de cultuursector. Investeren betekent in zakenmensentaal renderen, dus ik ga er van uit dat Van de Ende mooie investeringskansen ziet in de Nederlandse cultuursector. En hoewel ik er geen direct zicht op heb kan ik wel meegaan in deze speculatie.

Er bestaat geen enkele reden te veronderstellen wanneer er reële vraag naar kunst en cultuur is dat ondernemers in deze sector zullen willen investeren. Gezien het aard van het beestje ondernemers is daar geen cent subsidie voor nodig. Florerende ondernemingen ontstaan ondanks subsidie en allerhande overheidsbeleid in plaats van dankzij. Dus de overheid heeft nog wel wat te doen: flexibiliseer bestemmingsplannen, laat oud en verwaarloosd publiek vastgoed opgekocht worden, flexibiliseer de arbeidsmarkt, verlaag de werkgeverslasten en lastendruk op arbeid et cetera. Dit geldt niet alleen voor de kunst- en cultuursector maar voor het gehele bedrijfsleven.

Ondernemerschap heeft geen zetje in de rug nodig in de vorm van subsidies; ondernemerschap is een constante potentie in de Nederlandse economie en samenleving. De overheid hoeft enkel zorg te dragen voor de randvoorwaarden voor vrij en innovatief ondernemerschap. Laat de vermogenden en minder vermogenden netwerken en jonge, gedreven, ervaren mensen dingen om de gunst van deze investeerders en het aanbod zal de vraag bedienen.

Er zit overigens nog een ander heikel kantje aan het voorstel van Van de Ende: stel we stoppen 100 miljoen euro belastinggeld in een nationaal cultuurfonds, waar komen die 3,4 miljoen extra cultuurbezoekers vandaan? Die komen waarschijnlijk (ook) gewoon uit Nederland. Indien dit het geval is dan bevinden we ons weer in die discussie wie wiens hobby betaalt. Uit vele onderzoeken blijkt namelijk dat gesubsidieerde kunst voor een groot deel niet wordt geconsumeerd door de mensen die er netto voor betalen. Daar komt nog bij dat het gegeven van een door belastinggeld gefinancierd fonds eigenlijk al is betaald door de belastingbetaler. Waarom zouden ze twee keer moeten betalen?

De 388 euro die Van de Ende noemt zullen waarschijnlijk ook niet enkel aan de tentoonstellingen worden besteed maar aan de horeca en andere zaken. Maar stel dat de 388 euro klopt, dan is het toch veel praktischer dat private investeerders met (al dan niet lokale) bedrijvenverenigingen om de tafel gaan? Gebeurt dat spontaan en vanzelf? Natuurlijk niet, daarom is de oproep van Van de Ende een mooie eerste stap om zaken in gang te zetten. Het zijn rolmodellen en inspirerende figuren die deze capaciteit hebben. En wanneer ze het dan ook op een integere wijze doen zoals Joop van de Ende dan is dat mooi om te zien. Mijnheer Joop +1!

Opgepikt via Het Parool